Nederlandse synoniemen voor feit
Ander woord voor feit?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als feit in het Nederlands.
feit het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met feit
Recent opgevraagde synoniemen in NL
hometrainer
-
voorhamer
-
billijken
-
termijntransacties
-
afgezaagd
-
aanspreekbaar
-
gevoelsmatig
-
beantwoording
-
zangkoren
-
stèle
-
viertal
-
uitvoerigheid
-
schedelfractuur
-
erin doen
-
onstuimig
-
maf
-
stukbreken
-
gekuifd
-
levenslustig
-
opvorderbaar
-
credenstafel
-
infuus
-
zee
-
handijzers
-
op iets laden