Nederlandse synoniemen voor huisheer
Ander woord voor huisheer?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als huisheer in het Nederlands.
huisheer de ~ (kamerverhuurder)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
kamerverhuurder
de ~
hospes
de ~
huisbaas
de ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
kuisheid
-
een
-
verschoning
-
vrome
-
kinabast
-
schemerlichten
-
wakker
-
goedgelovig
-
verkieslijk
-
verdeeld
-
vasthebben
-
sarcofaag
-
beslechten
-
houder
-
scherpzinnig
-
onderwijskunde
-
grasland
-
schepsel
-
afstoten
-
neus waaruit snot druipt
-
offreren
-
andere kleren aantrekken
-
klunzen
-
funderen
-
pionier