Nederlandse synoniemen voor stuk
Ander woord voor stuk?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als stuk in het Nederlands.
stuk het ~ (basisbestanddeel)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
basisbestanddeel
het ~
bestanddeel
het ~
component
de ~
deel
de ~
element
de ~
fractie
de ~
ingrediƫnt
het ~
onderdeel
het ~
stuk het ~ (aan stukken)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met stuk
sierstuk
-
kabinetsstuk
-
bravourestuk
-
officieel stuk
-
bovenstuk
-
schelmstuk
-
werkstuk
-
wrakstuk
-
stuk scheuren
-
speelstuk
-
stukgoed
-
stuk gaan
-
lendebiefstuk
-
lendestuk
-
guldenmuntstuk
-
stuitstuk
-
geschreven stuk
-
sensatiestuk
-
stuklopen
-
teenstuk
-
stuk taart
-
onderstuk
-
kort humoristisch stuk
-
stukje schors
-
gewaarmerkt afschrift van een officieel stuk
Recent opgevraagde synoniemen in NL
fragmentatiebom
-
te dragen
-
sjansen
-
bestaan
-
intellectueel
-
inblikken
-
naaktfiguur
-
zemen
-
bloeiend
-
onaneren
-
geldstraf
-
wegsnellen
-
teelbal
-
baken
-
beschuldigen
-
klonter
-
slinks
-
succeseur
-
plof
-
uitbroeden
-
verwerkelijkt
-
naar
-
kalmte
-
desondanks
-
salon