Nederlandse synoniemen voor weekheid
Ander woord voor weekheid?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als weekheid in het Nederlands.
weekheid de ~ (slapheid)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
slapheid
de ~
krachteloosheid
de ~
laksheid
de ~
slapte
de ~
sulligheid
de ~
zachtheid
de ~
zwakheid
de ~
zwakte
de ~
Recent opgevraagde synoniemen in NL
aanrijden
-
pashokje
-
een oordeel wijzen
-
offerande
-
genadestoot
-
treurlied
-
met neerslag
-
blijf-van-mijn-lijfhuis
-
aanhoren
-
stuitbeen
-
onappetijtelijk
-
bolkap
-
zaad
-
lint
-
overbluffen
-
drentelen
-
terugbrengen
-
compassie
-
gedraaf
-
legereenheid
-
buidel
-
professie
-
werkplaats van de hoefsmid
-
opstapelen
-
afzuigen