1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. NL
  5. Ansprechen

Vertaling Ansprechen van Duits naar Nederlands

Wat is Ansprechen in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van Ansprechen van DE naar NL.

Ansprechen das ~ (Anreden)
[zelfstandig naamwoord]
spreken tot
aanspreken
benaderen
Ansprechen das ~
praaien
aanroepen
Ansprechen das ~ (Ansprache halten)
[zelfstandig naamwoord]
toespreken
spreken tot
Ansprechen das ~ (Reagieren)
[zelfstandig naamwoord]
reactie op

Woorden die beginnen of eindigen met Ansprechen

ansprechen

Recente vertalingen van DE naar NL

Dickköpfigkeit - Schnelldenkerturniere - zugestehen - Kickstarter - Gemütlichkeit - Studentenmütze - Kleinkrämer - buttern - Puppe - Genealogie - Schmelzen - in Wirkung sein - Tarnfarben - Nachlieferen - Kongreßmitglied - gedreht - Vorkämpfer - lahmlegen - Hätschelkind - abzahlen - qualifizieren - Kartierung - Spaltmaterial - Wanduhr - Geldhändler
Reinier Korth - Freelance Web Developer