Vertaling beroep van Nederlands naar Engels
Wat is beroep in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van beroep van NL naar EN.
beroep het ~
(werk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
work
the ~
employment
the ~
job
the ~
occupation
the ~
profession
the ~
Woorden die beginnen of eindigen met beroep
beroepsleven
-
beroepsonderwijs
-
beroep juridisch
-
beroep doen op
-
beroepsgroep
-
beroepsorganisatie
-
beroepsgroepen
-
beroepsmatig
-
beroepsleger
-
beroepsvereniging
-
beroepsopleiding
-
beroepsgeheim
-
beroepsbevolking
-
beroeps
-
beroepen
-
beroepsongeval
Recente vertalingen van NL naar EN
afdelingsarts
-
kalkgehalte
-
kopergieterij
-
dunk
-
zuivelbedrijf
-
slavenhouder
-
juweel
-
cartotheek
-
blind worden
-
sensatielust
-
vakantietijd
-
zalmroker
-
resulterend
-
sluitinrichting voor deur of raam
-
overheidslichaam
-
afdelingschefs
-
veer
-
spoedbestelling
-
humeur
-
erelid
-
plekje
-
decimatie
-
onderzoeksvraag
-
afstoten
-
lauweren