Vertaling boasting van Engels naar Nederlands
Wat is boasting in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van boasting van EN naar NL.
boasting the ~
(bragging)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
opschepperij
de ~
branie
de ~
dikdoenerij
de ~
gebluf
het ~
gebral
het ~
gepoch
het ~
grootspraak
de ~
snoeverij
de ~
Recente vertalingen van EN naar NL
crying shame
-
sail
-
dutiable
-
traumatic
-
cadge
-
coach-builders
-
margin of profit
-
election results
-
ruffling
-
telling
-
gold washer
-
couplet
-
loophole
-
ventricle
-
audience chamber
-
speak badly
-
knot
-
colt
-
hermaphrodite
-
bad smell
-
novelist
-
dress-maker
-
deranged maniac
-
agile
-
paw