Vertaling bouw van Nederlands naar Duits

bouwmeester - bouwen - torenbouw - bouwvergunning - kali landbouw - gebouw - bouwproject - hoofdgebouw - rechtsgebouw - bouwplan - bouwverordening - hoogbouw - bouwvakkersonderkomen - bouwsteen - bouwmarkt - torengebouw - revolutiebouw - bouwvakker - bouwplaats - bouwvallig worden - bouwpakket - ministerie van landbouw - bouwwerken - gerechtsgebouw - bouwopdrachten

waarnemingspost - mensen die sproeien - dagvaardingen - tandvormig - uitvergroting - vijandelijk - Oudejaarsavond - tot de hemel behorend - postbank - spervuur - voetbalvereniging - ontluisteren - ornithologie - slagersbijl - staatsblad - terughoudendheid - terugwerkende kracht hebben - verkiezingslijst - alvermogend - onbezoedeld - etiquette - vooruitgang boeken - hoofdbescherming - een smet werpen op - werkschuw