Vertaling cursus van Nederlands naar Engels
Wat is cursus in het Engels?
Hieronder vind je de vertaling van cursus van NL naar EN.
cursus de ~
(onderricht)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
instruction
the ~
course
the ~
curriculum
the ~
education
the ~
lesson
the ~
teaching
the ~
tuition
the ~
Woorden die beginnen of eindigen met cursus
stoomcursus
-
spoedcursus
-
vakantiecursus
-
starterscursus
-
herhalingscursus
-
cursusprogramma
-
kookcursus
-
vervolgcursus
-
beginnerscursus
-
bijscholingscursus
-
aanvangscursus
-
opfriscursus
Recente vertalingen van NL naar EN
gedoogbaar
-
adjunct
-
jongensboeken
-
kousenstopper
-
kamferachtig
-
zandstorm
-
stuurhuis
-
kubistisch
-
immobiel
-
schuldbekentenissen
-
reïncarneren
-
uit elkaar spatten
-
jachtvliegtuig
-
niet kunnende zien
-
kapel
-
maken van onderscheid
-
inflatie
-
gerichtheid op
-
rechtsbuitens
-
heen en weer bewegen
-
vakantiedag
-
rechthebbende
-
zich uitrusten
-
geschulpt
-
krotwoning