Vertaling husband van Engels naar Nederlands
Wat is husband in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van husband van EN naar NL.
husband the ~
(companion)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
echtgenoot
de ~
eega
de ~
levensgezel
de ~
levenspartner
de ~
man
de ~
partner
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met husband
house husband
-
husbandry
-
model husband
-
pattern husband
-
common law husband
-
henpecked husband
-
deceived husband
Recente vertalingen van EN naar NL
drumming
-
distiller
-
crops of hair
-
sound boarding
-
culture shock
-
appraisal
-
debt-claim
-
mobilize
-
then and there
-
Kabul
-
furniture makers
-
black ball
-
make someone drunk
-
subcontractor
-
despondent
-
biographer
-
reach the boiling point
-
fold in
-
achievement
-
artists
-
historic
-
basic interest
-
overjoyed
-
chilling-room
-
supply cable