Vertaling juweel van Nederlands naar Duits
Wat is juweel in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van juweel van NL naar DE.
juweel het ~
(sieraad)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Schmuckstück
das ~
Edelstein
der ~
Edelsteine
der ~
Gehänge
das ~
Geschmeide
das ~
Juwel
das ~
Kleinod
das ~
Nippes
der ~
Nippsache
die ~
Schmuckstein
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met juweel
Recente vertalingen van NL naar DE
bewolking
-
aardrijkskundige
-
dagtaak
-
bekostigen
-
stemgeluid
-
iets misdoen
-
bepraten
-
uitdragers
-
trottoirband
-
calculatie
-
filmcensuur
-
teleurgesteld
-
lansbezit
-
schoepenwielen
-
heupzenuw
-
boekstaven
-
botsing
-
hoorndrager
-
tijken
-
melkpoeder
-
aanplakkers
-
voorbijvaren
-
nalatigheid
-
afslager
-
verbasterd