Vertaling Selbstgewißheit van Duits naar Nederlands
Wat is Selbstgewißheit in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Selbstgewißheit van DE naar NL.
Selbstgewißheit die ~
(Selbstsicherheit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
zelfverzekerdheid
de ~
zelfbewustheid
de ~
Selbstgewißheit die ~
(Selbstsicherheit)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
zelfvertrouwen
het ~
stelligheid
de ~
vastberadenheid
de ~
zekerheid
de ~
zelfverzekerdheid
de ~
Recente vertalingen van DE naar NL
Reisekrankheit
-
Nässe
-
Wikinger Schiffersprache
-
Pfeffer
-
Wasserkanne
-
armutig
-
Geldstrafe
-
Gewalthaber
-
erprobt
-
auf Temperatur bringen
-
traditionsgemäß
-
Beruhigung
-
Schultaschen
-
Kameltreiber
-
konkret
-
Schlacke
-
kribbeln
-
verrufen
-
Meiden
-
Schmelzungswärme
-
Kegelverein
-
kleiner Brunnen
-
Kondensation
-
Wohnungsvermittlung
-
Aktualität