Vertaling treffen van Nederlands naar Duits

iemand treffen - treffendheid - het treffen - een schikking treffen - sancties treffen - een vergelijk treffen - overtreffen - betreffen - met een harpoen treffen - voorbereidingen treffen - aantreffen - niet aantreffen - treffend - een regeling treffen - voorbereiding treffen

concertzangeres - vervelend kreng - synthetisch - voorbestellen - pleegouders - vriespunt - vurenhout - bezwaar maken - pijpenrager - quantum - reiswieg - zorgdragen voor iemand - contactpersoon - afvalligheid - splijtingsproducten - stoppen - belastingaangifte - stearinezuur - toppunt - kamelendrijver - huwelijksvoorwaarde - stukje chocola - ordegelofte - dikhoofdigheid - Hoge School v.d. Kunst