Vertaling zich neerzetten van Nederlands naar Engels

vrouwelijke student - compensatie - besturing - honingbloem - bloem - beschermer - tuinwerk - onbezwaard - aan de overzijde - vliegdemonstratie - kleurenrijkdom - vingerwenk - telecommunicatie - eenstemmig - tweekleppig - vlees - tijdspanne - radiodrama - taxichauffeur - gehemelte - platteland - interruptie - reisboek - zelfrespect - gescheurd