Vertaling zien van Nederlands naar Engels

werkeloos toezien - maatschappelijk aanzien - met een roze bril bezien - van verband voorzien - van een prijs voorzien - zienswijs - van afsluitende laag voorzien - neerzien - vooruitzien - zien te vinden - voorbijzien - zo te zien - terugzien - nazien - van onderdak voorzien - naar het zich laat aanzien - ontzien - over het hoofd zien - van bekleding voorzien - herzien - afgezien - inzien - opzien - verbaasd aanzien - uitzien

oploop - lucifersdoosje - in staking zijn - toestel - coiffeuse - hartziekte - gehoorsafstand - houtfabriek - vakantiestemming - valies - voornaamst - tempelridder - stempelen - typist - cargadoors - verblijden - zich omhoogtrekken - binnenstad - boycot - poet - rechtbankpresident - eruit gaan - versteend - aanbieden - prikkel