Nederlandse synoniemen voor afspraak
Ander woord voor afspraak?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als afspraak in het Nederlands.
afspraak de ~ (regeling)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
regeling
de ~
akkoord
het ~
overeenkomst
de ~
schikking
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met afspraak
Recent opgevraagde synoniemen in NL
uitreiken
-
inspannen
-
lok
-
zich met geweld losbreken
-
onbeschofte man
-
verweer
-
doorgeven
-
leerplichtig
-
plaatsvervanger
-
seintje
-
verjagen
-
hondenhok
-
blinde darmen
-
toenaderen
-
sensorisch
-
brandhaard
-
bureaus
-
have
-
gemanierd
-
de bedoelde alinea
-
gering
-
tot mijn spijt
-
telefoonkosten
-
misogynie
-
centraal