Nederlandse synoniemen voor baas
Ander woord voor baas?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als baas in het Nederlands.
baas de ~ (gebieder)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
gebieder
de ~
beheerser
de ~
bevelhebber
de ~
meester
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met baas
pandjesbaas
-
zetbaas
-
vechtersbaas
-
werkbaas
-
timmermansbaas
-
huurbaas
-
spullebaas
-
kroegbaas
-
spullenbaas
-
baasje
-
heibaas
-
huisbaas
-
ploegbaas
-
koppelbaas
Recent opgevraagde synoniemen in NL
zich aanstellen
-
galei
-
gelukkigerwijs
-
ressort
-
schallen
-
onbuigzaam
-
kwinkslag
-
behoeftigheid
-
ticketbureau
-
herfstachtig
-
vrouwelijk geslachtsdeel
-
passie
-
beelden
-
correspondent
-
beginnen
-
laurierblad
-
heel mooi
-
leeghozen
-
met de kleuren van de regenboog
-
harmonikagaas
-
morsigheid
-
schuilplaats
-
hangers
-
betovering
-
salon