Duitse synoniemen voor Haustür
Ander woord voor Haustür?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Haustür in het Duits.
Haustür die ~ (Außentür)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Außentür
die ~
Haupteingang
der ~
Haupttür
die ~
Vordereingang
der ~
Vordertür
die ~
Duitse woorden die beginnen of eindigen met Haustür
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Anreißer
-
anklagen
-
unwiderruflich
-
idiotenhaft
-
annageln
-
Aussprechen
-
Kohlrabi
-
Hirtenstab
-
schweifen
-
immoralisch
-
Astschere
-
Umweltschutzkunde
-
Kritzelei
-
zügellos
-
würzig
-
murren
-
Verhaltensmaßregel
-
Medikament
-
Registerbezahlung
-
Deern
-
wiederholte Ausstrahlung
-
Goldstandard
-
Manifestation
-
zukünftig
-
Heimatlose