Nederlandse synoniemen voor huis
Ander woord voor huis?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als huis in het Nederlands.
huis het ~ (woning)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
woning
de ~
residentie
de ~
thuis
het ~
verblijf
het ~
woonhuis
het ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met huis
huisdeursleutel
-
huiskamer
-
kolenpakhuis
-
arbeidershuis
-
huis-aan-huisblad
-
huis van bewaring
-
ziekenhuis
-
huisraad
-
weekendhuis
-
huisorgaan
-
rusthuis
-
lijkenhuis
-
doorgangshuis
-
appartementenhuis
-
klokkenhuis
-
pandjeshuis
-
hogerhuis
-
huishoudelijk werk
-
huis-aan-huis verkopen
-
huisknecht
-
spookhuis
-
huis met prostituées
-
huisbewoner
-
verpleeghuis
-
bejaardentehuis
Recent opgevraagde synoniemen in NL
thesaurier
-
verlosser
-
adres
-
gematigd
-
parelen
-
krediet geopend door een handelaar
-
groente
-
centrum
-
confessie
-
hoeren
-
nuchter worden
-
trekkers
-
levensruimte
-
verheimelijken
-
protecties
-
knauwen
-
afschuwwekkend
-
seizoenswerker
-
draaicirkel
-
loonslaaf
-
weeghuis
-
schoten
-
op elkaar gepakt
-
verdienste
-
ongewenst