Nederlandse synoniemen voor illusie
Ander woord voor illusie?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als illusie in het Nederlands.
illusie de ~ (waandenkbeeld)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
waandenkbeeld
het ~
waan
de ~
waanbeeld
het ~
waanidee
de ~
waanvoorstelling
de ~
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met illusie
Recent opgevraagde synoniemen in NL
in bespreking zijn
-
verkort
-
slokjes
-
zwakjes
-
houten nagel
-
sabbat
-
voetballen
-
bespeler van strijkinstrument
-
smaldeel
-
bar slecht
-
boetseren
-
omslagen
-
afschrift
-
losjes
-
toegespen
-
een fout maken
-
piekerig
-
wederom
-
schakelen
-
sluier
-
ontrafelen
-
tarwepap
-
aanspreken
-
fluweel
-
korten