Duitse synoniemen voor Kleinwarenhändler
Ander woord voor Kleinwarenhändler?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als Kleinwarenhändler in het Duits.
Kleinwarenhändler der ~ (Einzelhändler)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Einzelhändler
der ~
Detailhändler
der ~
Detailhändlerin
die ~
Detaillist
der ~
Kleinhändler
der ~
Kleinkrämer
der ~
kleiner Unternehmer
der ~
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Telefonregister
-
nicht hubsch
-
eindämmen
-
sich streiten
-
Ausreißer
-
neustrukturieren
-
feuersicher
-
geriffelt
-
Felswand
-
Hyänenhund
-
Spaßen
-
Donnerwetter
-
Standhaftigkeit
-
herankommen
-
Brustkorb
-
Bundesminister
-
Teddy
-
Nase schnauben
-
Kassenwart
-
abarten
-
hervorgehen
-
noch einen Moment
-
Eintrittskarte
-
Versicherungsagent
-
Königshaus