Nederlandse synoniemen voor leenwoord
Ander woord voor leenwoord?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als leenwoord in het Nederlands.
leenwoord het ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
zekerstellen
-
voorzitten
-
nationaal belang
-
onderwijsprogramma
-
ontwatering
-
veilinglokaal
-
wisselbrief
-
asociaal
-
met iemand worstelen
-
dienstbetrekking
-
inzittende
-
koen
-
baggerlaars
-
hamsteren
-
despoot
-
doorvoerdepot
-
typewerk
-
bekruipen
-
bitsheid
-
tachometer
-
salonrijtuig
-
ineenrollen
-
verkeerszuil
-
grootste gedeelte
-
toeristenseizoen