Nederlandse synoniemen voor pas
Ander woord voor pas?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als pas in het Nederlands.
pas de ~ (onlangs)
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met pas
pasporteren
-
looppas
-
pasvorm
-
bankpas
-
passend
-
passend bij
-
passer
-
passiezondag
-
passend zijn
-
gyrokompas
-
passus
-
tolkompas
-
passende
-
paspop
-
giropas
-
kompas
-
passiva
-
waterpas
-
passies
-
gyroscopisch compas
-
pastoor
-
zopas
-
pasjes
-
Pasen
-
pasgeboren dieren
Recent opgevraagde synoniemen in NL
trimmen
-
rechterlijk
-
kruimig
-
kale
-
elpees
-
blijmoedigheid
-
hoofdvorm
-
onkosten
-
volledig
-
sijpelen
-
raffinement
-
entreeprijs
-
onderuit halen
-
volmachten
-
omlaagduwen
-
ommedraai
-
heerschap
-
hagelvlaag
-
toast
-
moemakend
-
naslaan
-
effectenbeurs
-
helderklinkend
-
edelen
-
snugger