Nederlandse synoniemen voor sinus
Ander woord voor sinus?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als sinus in het Nederlands.
sinus de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
afwateringsbuis
-
stofdicht
-
volledig
-
nachtuil
-
luister eens
-
gemeentelid
-
inkapselen
-
inoculeren
-
ontloven
-
onvruchtbaar
-
overnachter
-
ononderzocht
-
stalen
-
spek doen in
-
pruilen
-
infiltrant
-
openlucht
-
gooien
-
speelkaart
-
herbouwing
-
nagedachtenis
-
coifferen
-
strovuur
-
puntkomma
-
rekening