Nederlandse synoniemen voor tandartsboor
Ander woord voor tandartsboor?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als tandartsboor in het Nederlands.
tandartsboor de ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
herdersstaf
-
observatie
-
sparen
-
hangconstructie
-
ambtsperiode
-
verhandelen
-
utilitaristisch
-
nastreven
-
U
-
sacrilege
-
overdadig zijn
-
trip
-
mannetjeseend
-
zich hervinden
-
hameren
-
raken
-
gedupeerde
-
mep
-
knalrood
-
primus
-
hoofd bieden
-
koskosnoteboom
-
glijbaan
-
fundamentele vergissing
-
heler