Nederlandse synoniemen voor tweetongig
Ander woord voor tweetongig?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als tweetongig in het Nederlands.
tweetongig
[bijvoeglijk naamwoord]
[bijvoeglijk naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Recent opgevraagde synoniemen in NL
vertoornd
-
omver kiepen
-
toortsdrager
-
omhoog gaan
-
rondgaan
-
zaakgelastigde
-
snottebalk
-
magnetisme
-
buigbaar
-
alhoewel
-
geluidsniveau
-
placenta
-
kwijt raken
-
bediening
-
letterkunde
-
vers
-
erkennen
-
wagenmenner
-
ziektekostenverzekering
-
laagseizoen
-
doorslikken
-
leemte
-
bosland
-
duurzaamheid
-
bouwland