Duitse synoniemen voor üben
Ander woord voor üben?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als üben in het Duits.
üben (einstudieren)
[werkwoord]
[werkwoord]
üben (trainieren)
[werkwoord]
[werkwoord]
Duitse woorden die beginnen of eindigen met üben
betrüben
-
ausüben
-
drüben
-
Gewalt ausüben
-
einüben
-
Tischlerberuf ausüben
-
Beruf ausüben
-
Macht ausüben
-
trüben
Recent opgevraagde synoniemen in DE
Preisnachlaß
-
Schubläden
-
Elastizität
-
Steinkohlen
-
Verhätscheln
-
maunzen
-
vorsetzen
-
Säugling
-
Leihe
-
Leichentuch
-
grellfarbig
-
umfassen
-
niederschreiben
-
Niederschlag
-
Beschmutzung
-
dienstbereit
-
Instrumententafel
-
brüten
-
Sprachpfleger
-
stümperhaft
-
gestehen
-
kaudern
-
auseinandergehen
-
bewußtseinserweiternd
-
Gießform