Nederlandse synoniemen voor vakantie

Ander woord voor vakantie?

De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als vakantie in het Nederlands.

vakantie de ~ (verloftijd)
[zelfstandig naamwoord]
verloftijd de ~
snipperdag de ~
verlof het ~

Nederlandse woorden die beginnen of eindigen met vakantie

Recent opgevraagde synoniemen in NL