Engelse synoniemen voor week
Ander woord voor week?
De woorden hieronder zijn synoniemen en hebben dezelfde betekenis als week in het Engels.
week the ~
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Geen synoniemen gevonden.
Engelse woorden die beginnen of eindigen met week
weekday
-
weekend duty
-
every week
-
knock s.b. into the middle of next week
-
working week
-
aviation week
-
shorter work week
-
weekly season ticket
-
day of the week
-
weekly paper
-
Christmas week
-
week of the fair
-
twice a week
-
weekender
-
per week
-
weekly magazine
-
weekly survey
-
weekend cottage
-
review of the week
-
weekend-cabin
-
weekly report
-
weekly poclet-money
-
weekend
-
week of the annual fair
-
each week
Recent opgevraagde synoniemen in EN
uterus
-
sending to Coventry
-
inoculate
-
form of proxy
-
icing
-
pig-farmer
-
prosody
-
atheism
-
lankiness
-
accuser
-
life span
-
running well
-
folk musician
-
hogs bristles
-
poacher
-
unkindness
-
make public the notice of the intended marriage of
-
inversion
-
gold nugget
-
withdrawn
-
be hungry
-
subject for discussion
-
ghastly
-
legacy
-
mumbler