Vertaling Anbau van Duits naar Nederlands
Wat is Anbau in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Anbau van DE naar NL.
Anbau der ~
(Bepflanzung)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
beplanting
de ~
aanplant
de ~
planten
de ~
poten
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met Anbau
anbauen
-
im Anbau
-
Kornanbau
-
Anbauer
-
Gemüseanbau
-
Reisanbau
-
Anbauten
-
Anbauen
-
anbauend
-
Kleeanbau
-
Flachsanbau
Recente vertalingen van DE naar NL
Finanzdefizit
-
aufs Geratewohl
-
Dringlichkeitsplan
-
Prophet
-
Hervorbringer
-
produziert
-
Volkskundler
-
Todesfallversicherung
-
Schirmherr
-
Ringbahn
-
Schlaftrünke
-
Verräter
-
hydrographisch
-
Versengen
-
neuzeitlich
-
Spieltag
-
aus Satin
-
Gegenstand
-
Abendgesellschaft
-
verdrehen
-
Trupp
-
Sauerstoffapparat
-
in Funktion setzen
-
versagen
-
schraffieren