1. Home
  2. Vertalen
  3. FR
  4. NL
  5. arracher

Vertaling arracher van Frans naar Nederlands

Wat is arracher in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van arracher van FR naar NL.

arracher (commander)
[werkwoord]
iem. afdwingen
ontrukken
onttrekken
arracher (craquer)
[werkwoord]
uit elkaar rukken
uit elkaar trekken
uiteentrekken
arracher (dérober)
[werkwoord]
snaaien
gappen
stelen de ~
weggraaien
wegpikken
arracher (faire tomber)
[werkwoord]
omverrukken
arracher (déchirer)
[werkwoord]
uitscheuren
uitrukken
arracher (donner une secousse)
[werkwoord]
rukken
trekken
arracher (couper)
[werkwoord]
losrukken
losscheuren
lostrekken
arracher (déchirer)
[werkwoord]
ergens uitscheuren
arracher (renverser en soufflant)
[werkwoord]
omverwaaien
omblazen
omwaaien
arracher (enlever brutalement)
[werkwoord]
wegrukken
arracher (déchirer)
[werkwoord]
stuk scheuren
arracher (démolir)
[werkwoord]
slopen
afbreken
breken
neerhalen
omverhalen
uit elkaar halen
arracher (déraciner)
[werkwoord]
rooien
arracher (cueillir)
[werkwoord]
plukken de ~
afplukken
arracher (provoquer)
[werkwoord]
ontlokken
arracher (se coincer le doigt dans la porte)
[werkwoord]
afknellen
afklemmen
afknijpen
arracher (mettre en lambeaux)
[werkwoord]
aan flarden scheuren
verscheuren
arracher (déchirer)
[werkwoord]
afscheuren
afrukken

Woorden die beginnen of eindigen met arracher

fait darracher - arracher les mauvaises herbes - sarracher

Recente vertalingen van FR naar NL

banque nationale - publication des bans - salle du conseil - architecte municipal - rue - jonc - petites rocailles - brosse à ongles - goudronner - très âgé - speakerine - voix plaintive - de façon salutaire - set - obtenir qc - chantier de démolitions de navires - buissons - au-dessus de - facette - frissons - faire défaut - armée de mercenaires - actionnements - cajoleries - rivaliser
Reinier Korth - Freelance Web Developer