1. Home
  2. Vertalen
  3. NL
  4. DE
  5. baas

Vertaling baas van Nederlands naar Duits

Wat is baas in het Duits?

Hieronder vind je de vertaling van baas van NL naar DE.

baas de ~ (meerdere)
[zelfstandig naamwoord]
Chef der ~
Fürst der ~
Gebieter der ~
Haupt das ~
Herr der ~
Herrscher der ~
Oberhaupt das ~
Vorgesetzte der ~
Vorsteher der ~
baas de ~ (chef)
[zelfstandig naamwoord]
Chef der ~
Boss der ~
Hauptmann der ~
baas de ~ (gebieder)
[zelfstandig naamwoord]
Gebieter der ~
Führer der ~
Gewalthaber der ~
Herrscher der ~
baas de ~ (chef)
[zelfstandig naamwoord]
Chef der ~
Vorgesetzte der ~
Vorsteher der ~

Woorden die beginnen of eindigen met baas

zetbaas - ploegbaas - kroegbaas - vechtersbaas - baasje - spullebaas - koppelbaas - timmermansbaas - werkbaas - pandjesbaas - heibaas - spullenbaas - huurbaas - huisbaas

Recente vertalingen van NL naar DE

specifiek - kerkprovincie - planmatig - thuiskomst - opleveren - verwering - brandstichter - vakgebied - eren - reiziger - leugencampagne - takkenbos - veelwijverij - uiteengegaan - doen stijgen - edelsteen - soldeersel - tuba - opslurpen - saffier - geld toe leggen - pummel - terugkoop - zo ineens - informerend
Reinier Korth - Freelance Web Developer