1. Home
  2. Vertalen
  3. FR
  4. NL
  5. basculer

Vertaling basculer van Frans naar Nederlands

Wat is basculer in het Nederlands?

Hieronder vind je de vertaling van basculer van FR naar NL.

basculer (renverser)
[werkwoord]
omver kiepen
dompen
kantelen
kiepen
basculer (culbuter)
[werkwoord]
tuimelen
flikkeren
kelderen
kiepen
kieperen
vallen de ~
basculer (chavirer)
[werkwoord]
over een kant vallen
kantelen
omkantelen
basculer (se casser la gueule)
[werkwoord]
op zijn bek gaan
onderuitgaan
ten val komen
vallen de ~
basculer (tomber par terre)
[werkwoord]
op de grond vallen
neervallen
basculer (tomber)
[werkwoord]
omvervallen
omrollen
omvallen
basculer (bousculer)
[werkwoord]
omverslaan
basculer (chavirer)
[werkwoord]
kapseizen
basculer (culbuter)
[werkwoord]
buitelen
duikelen

Woorden die beginnen of eindigen met basculer

basculer qn

Recente vertalingen van FR naar NL

quai de chargement - défensivement - ouvrage de dames - vol - signe de reprise - homme de mer - invérifiable - rationnement - petit salon - banjo - sensitivité - stabilisant - travail dentaire - inflammation du tympan - chiffres annuels - énumérer - lecture de la Bible - peloton - moustiquaires - argent du ménage - par comparaison - terrain de jeu - se plonger dans - affreux bonhomme - semelle
Reinier Korth - Freelance Web Developer