Vertaling bewijs van Nederlands naar Duits
Wat is bewijs in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van bewijs van NL naar DE.
bewijs het ~
(bewijsstuk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Beweisstück
das ~
Beleg
der ~
Bescheinigung
die ~
Beweis
der ~
Woorden die beginnen of eindigen met bewijs
stortingsbewijs
-
bewijsmateriaal
-
bewijsstuk
-
identiteitsbewijs
-
bewijskracht
-
persoonsbewijs
-
kentekenbewijs
-
toegangsbewijs
-
gratis toegangsbewijs
-
bewijs van ontvangst
-
bewijsmiddel
-
rijbewijs
-
rijvaardigheidsbewijs
-
garantiebewijs
-
geboortebewijs
-
bewijsje
-
legitimatiebewijs
-
inentingsbewijs
-
bewijsstukken
-
eerbewijs
-
bewijsvoering
-
tegenbewijs
-
ontslagbewijs
-
plaatsbewijs
-
bewijslast
Recente vertalingen van NL naar DE
overgave
-
veraf
-
uitschieter
-
op een haspel winden
-
ritus
-
binnenmaat
-
kloosterkleding
-
verwateren
-
stopwas
-
kiosk
-
spetter
-
mooi meisje
-
salpeterdamp
-
voorafgaande beraadslaging
-
spraakwater
-
maagpijn
-
rotgans
-
dichtsnoeren
-
onderwijsprogramma
-
camera team
-
fileren
-
van laken
-
redding
-
analist
-
stand van zaken