Vertaling boom van Nederlands naar Zweeds
Wat is boom in het Zweeds?
Hieronder vind je de vertaling van boom van NL naar SE.
boom de ~
Woorden die beginnen of eindigen met boom
boomtakken
-
gomboom
-
disselboom
-
boombasten
-
boomrijk
-
spoorboom
-
draaiboom
-
seringenboom
-
pijnboom
-
slagboom
-
mammoetboom
-
laadboom
-
essenboom
-
ebbeboom
-
eikenboom
-
boomblad
-
afsluitboom
-
boomschors
-
boomknoesten
-
palmboom
-
koraalboom
-
boomwol
-
cederboom
-
kastanjeboom
-
vaarboom
Recente vertalingen van NL naar SE
de bal terugkaatsen
-
rijsttafel
-
leenwezen
-
belegerd
-
uitslover
-
koraaleiland
-
slepen
-
schroefboor
-
aanklagen
-
verdringen
-
aanstaand
-
imitator
-
muren voegen
-
op zijn hoede zijn
-
zakspiegeltje
-
koorts hebbend
-
tapijtje
-
casco
-
schuimrubber
-
tegenmaatregel
-
rossig
-
aanvang
-
laagwaterlijn
-
burgerwoning
-
boerenerven