Vertaling conjoint van Frans naar Nederlands
Wat is conjoint in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van conjoint van FR naar NL.
conjoint le ~
(époux)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
echtgenoot
de ~
eega
de ~
levensgezel
de ~
levenspartner
de ~
man
de ~
partner
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met conjoint
Recente vertalingen van FR naar NL
graduation
-
fins merles
-
bagages
-
taux de chômage
-
jointure
-
délai dexpiration
-
cantonnier
-
superficie du sol
-
broussaille
-
office des comptes postaux
-
mèche de flambeau
-
prise dotage
-
faire des frais
-
tocsin
-
estimable
-
infirmière visiteuse
-
en tout temps
-
calculable
-
chiffonner
-
tester de nouveau
-
voies lacrymales
-
nuque
-
perfidieux
-
mûr
-
lyrique