Vertaling cours van Frans naar Nederlands
Wat is cours in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van cours van FR naar NL.
cours le ~
(enseignement)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
onderricht
het ~
cursus
de ~
les
de ~
onderwijs
het ~
cours le ~
(enseignement)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
onderricht
het ~
instructie
de ~
lering
de ~
les
de ~
onderwijs
het ~
cours le ~
(progrès)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
vooruitgang
de ~
ontwikkelingsgang
de ~
progressie
de ~
verloop
het ~
voortgang
de ~
vordering
de ~
cours le ~
(cours décole)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
schoolpleinen
de ~
speelplaatsen
de ~
speelpleinen
de ~
cours le ~
(doctrine religieuse)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
geloofsleer
de ~
leer
de ~
leerstelling
de ~
leerstuk
het ~
lering
de ~
Woorden die beginnen of eindigen met cours
cours initiaux
-
faire un discours
-
course contre la montre
-
droit de recours
-
cours du jour
-
course de voiliers
-
course de haies
-
course à laventure
-
cours intensifs
-
équipe de secours
-
cours magistral
-
course daviron
-
étape de parcours
-
boîte de secours
-
course de cyclisme
-
trousse de secours
-
cours démission
-
appel de secours
-
cours du change
-
ayant cours
-
premier secours
-
cours complémentaire
-
sortie de secours
-
élève qui sèche des cours
-
course très disputée
Recente vertalingen van FR naar NL
petit pain aux raisins
-
de service
-
terminaison
-
dune manière sceptique
-
question morale
-
sans poussière
-
malhonnête
-
briseur
-
scalper
-
de manière scabreuse
-
battements
-
aviculteur
-
constater
-
herser
-
grille de mots croisés
-
courtiers maritimes
-
coude
-
reflet
-
déambuler
-
dire adieu à
-
goder
-
culte divin
-
manque dintimité
-
bon à rien
-
étoffe à carreaux