Vertaling ebben van Nederlands naar Duits

een luchtje hebben - geluk hebben - nodig hebben - terugwerkende kracht hebben - afgedaan hebben - geslachtsgemeenschap hebben - beet hebben - plaats hebben - onder de knie hebben - de hik hebben - voedingswaarde hebben - voorhebben - iemand in de peiling hebben - niet hebben - iets in te brengen hebben - onder controle hebben - op zijn hart hebben - ruzie hebben - op het oog hebben - afhebben - gezag hebben - overhebben - grote mond hebben - liefhebben - aanleg hebben

luistert u eens - ketelbikker - beschadigd - roddelaarster - prelude - donsdeken - ontwikkelen - rechter - uitroeier - blokje - kerstfeest - lijkschouwing - jeneverbessevrucht - perspectief - afleveren - hartstilstand - staangeld - omgaand - renbode - ontsmettingsmiddel - ruis - zwartrijder - klepperen - vossenjacht - tijdsbestekken