Vertaling envoi van Frans naar Nederlands

envoi le ~ (expédition)
[zelfstandig naamwoord]

zenden

envoi le ~ (expédition)
[zelfstandig naamwoord]

afzenden

posten de ~

versturen

verzenden

wegsturen

envoi le ~ (expédition)
[zelfstandig naamwoord]

verzending de ~

envoi le ~

toezending de ~

envoi le ~ (présentation)
[zelfstandig naamwoord]

inzending de ~

envoi le ~ (communication)
[zelfstandig naamwoord]

mededeling de ~

bekendmaking de ~

bericht het ~

boodschap de ~

gewag

melding de ~

opgave de ~

relaas het ~

tijding de ~

uitspraak de ~

vermelding de ~

verwittiging de ~

envoi le ~ (provision)
[zelfstandig naamwoord]

geleverde

afgifte de ~

bezorging de ~

leverantie de ~

levering de ~

envoi le ~ (livraison)
[zelfstandig naamwoord]

aflevering de ~

leverantie de ~

levering de ~

uitlevering de ~

zending de ~

Wat is envoi in het Nederlands?