Vertaling estructura van Spaans naar Nederlands

estructura la ~ (construcción)
[zelfstandig naamwoord]

opbouw de ~

bouw de ~

constructie de ~

opbouwen

samengesteld geheel

samenstelling de ~

structuur de ~

estructura la ~ (combinación)
[zelfstandig naamwoord]

combinatie de ~

samenstelling de ~

estructura la ~ (diseño)
[zelfstandig naamwoord]

gedistingeerdheid

deftigheid de ~

distinctie de ~

voornaamheid de ~

welgemanierdheid

estructura la ~ (armadura)
[zelfstandig naamwoord]

raamwerk het ~

frame het ~

geraamte het ~

skelet het ~

estructura la ~ (construcción)
[zelfstandig naamwoord]

opbouw de ~

ordening de ~

organisatie de ~

samenstelling de ~

structuur de ~

systeem het ~

estructura la ~ (construcción)
[zelfstandig naamwoord]

gebouw de ~

bouwwerk het ~

pand de ~

estructura la ~ (construcción)
[zelfstandig naamwoord]

bouwsel het ~

estructura la ~ (orden)
[zelfstandig naamwoord]

bestel de ~

samenstel het ~

Wat is estructura in het Nederlands?