Vertaling Feriengast van Duits naar Nederlands
Wat is Feriengast in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van Feriengast van DE naar NL.
Feriengast der ~
(Erholungsuchende)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
recreant
de ~
vakantieganger
de ~
vakantievierder
de ~
Recente vertalingen van DE naar NL
Aperitif
-
beharren
-
Sicherheitsschraube
-
Kelch
-
Mode
-
Hüttenbewohner
-
verwittert
-
äussers reinlich
-
Hilfszug
-
abgewöhnen
-
Schwank
-
Ägypter
-
Abtrünnige
-
Teewärmer
-
Taktstocke
-
Türme
-
schleifen
-
achtfältig
-
originell
-
Schreibpapier
-
ausprobieren
-
Straßenräuber
-
zusammen rechen
-
Söldnerarmee
-
Pächter