Vertaling fragment van Nederlands naar Zweeds

dit fragment - fragmenten - fragmentarisch - fragmentatiebom - fragmentje

verkennen - ruggensteun - gedaanteverandering - luchtreis - snelkookpan - spoorbaan - staatsbeleid - boomblad - Bondsregering - Rijn - woonplaats - achterspeler - gedaanteverwisseling - afsluitend - overtochten - tailleur - op hogere etage - zakeninstinct - aanzwengelen - verdienstelijk - syndicaat - miezerig - plaatsnemen - singeltje - collectant