Vertaling franc-parler van Frans naar Nederlands
Wat is franc-parler in het Nederlands?
Hieronder vind je de vertaling van franc-parler van FR naar NL.
franc-parler le ~
(franchise)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
openhartigheid
de ~
openheid
de ~
oprechtheid
de ~
Recente vertalingen van FR naar NL
Dimanche des Rameaux
-
de manière monotone
-
compte dintérêts
-
piscines couvertes
-
consécration dune église
-
aubergine
-
indexation des salaires
-
ridiculiser
-
fabricant de harnais
-
anglais
-
droit municipal
-
avocat
-
égalité de races
-
dos dâne
-
musée national
-
de façon univoque
-
oeuvre de sa vie
-
palier à rouleaux
-
voltmètres
-
recette
-
indolent
-
compagnie dassurance maladie
-
amonceler
-
chiffonnier
-
coller