Vertaling gebouw van Nederlands naar Duits
Wat is gebouw in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van gebouw van NL naar DE.
gebouw de ~
(bouwwerk)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Gebäude
das ~
Aufbau
der ~
Bau
der ~
Baugelände
das ~
Bauland
das ~
Baustelle
die ~
Einsatz
der ~
Einsätze
die ~
Erbauung
die ~
Errichtung
die ~
Fläche
die ~
Gebiet
das ~
Gebilde
das ~
Grundstück
das ~
Haus
das ~
Häuser
die ~
Komplex
der ~
Konstruktion
die ~
Los
das ~
Partie
die ~
Parzelle
die ~
Pfand
die ~
Posten
der ~
Schoß
der ~
Struktur
die ~
Teil
der ~
Unterpfand
das ~
Woorden die beginnen of eindigen met gebouw
kantoorgebouw
-
torengebouw
-
schoolgebouw
-
flatgebouw
-
vervallen gebouw
-
stadsgebouw
-
gebouwd
-
regeringsgebouw
-
waaggebouw
-
bankgebouw
-
kloostergebouw
-
groothandelsgebouw
-
bijgebouw
-
gebouwen
-
stationsgebouw
-
poortgebouw
-
hulpgebouw
-
voorgebouw
-
rechtsgebouw
-
rijksgebouw
-
noodgebouw
-
concertgebouw
-
stalgebouw
-
gerechtsgebouw
-
hoofdgebouw
Recente vertalingen van NL naar DE
privé-leven
-
aandeelhouders
-
knauw
-
linksom
-
boegbeeld
-
regeringskringen
-
inkomensgroep
-
commissaris
-
stapelwolk
-
charmant
-
berechten
-
hersenactiviteit
-
kofferruimtes
-
vleesetend
-
landvoogd
-
hiërarchie
-
winter
-
kaart
-
uitstel van betaling
-
knabbelen
-
komaan
-
tailleur
-
beslissend
-
vocaal
-
aangestoten