Vertaling grosero van Spaans naar Nederlands

grosero el ~ (bruto)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (a sotavento)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (descortesía)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (descarado)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (persona torpe)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (paleto)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (bruto)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (campesino)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (sinvergüenza)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (paleto)
[zelfstandig naamwoord]

grosero el ~ (atroz)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (de pueblo)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (bruto)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (maleducado)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (maleducado)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (impertinente)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (canallesco)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (chocante)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (vulgar)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (insolente)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (maleducado)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (andrajoso)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (burdo)
[bijvoeglijk naamwoord]

grosero el ~ (astuto)
[bijvoeglijk naamwoord]