Vertaling heropenen van Nederlands naar Duits

zoutzuur - ruggenmergtering - stuurhuizen - seringenboom - resideren - natuurvorser - om uwentwil - slakkehuisje - werkloos zijn - in omloop zijn - eigenaardig genoeg - bundelen - verbanden - intrekking - compleet - geklets - versterker - onverzoenlijk - heimelijk lachen - naaktloper - wereldmarkt - Indonesië - waterstof - roofgoed - identiteit vaststellen