Vertaling hospita van Nederlands naar Duits

hospitaal - hospitaalschip - hospitaalsoldaat - hospitaaltrein

hongerkuur - kurkfles - warmte-eenheid - demonisch - verveloos - brandblusser - alcoholisch - smikkelen - buiteling - niet lekker - raadsvergadering - nut - vermageren - café-hotel - tuinparasol - kluizen - hepatoliet - cavalerist - hertenleer - sloomheid - droppen - gevangennemen - kristalvorming - tussenspel - pashokje