Vertaling kans van Nederlands naar Duits
Wat is kans in het Duits?
Hieronder vind je de vertaling van kans van NL naar DE.
kans de ~
(vooruitzicht)
[zelfstandig naamwoord]
[zelfstandig naamwoord]
Aussicht
die ~
Ausblick
der ~
Aussichtspunkt
der ~
Gesichtspunkt
der ~
Möglichkeit
die ~
Vorderaussicht
die ~
Woorden die beginnen of eindigen met kans
kanselarij
-
onweerskans
-
kansspelen
-
kansspeler
-
kanshebber
-
kansloos
-
droomkans
-
kanselier
-
kansarm
-
kansje
-
kansen
-
kanselstijl
-
buitenkans
-
sterftekans
-
kansel
-
kansrekening
-
kansberekening
-
kansspeelster
-
kansspel
-
trefkans
-
bijkans
Recente vertalingen van NL naar DE
trapje
-
sportwagen
-
halsstarrigheid
-
inklimmen
-
zielenleven
-
handelsstad
-
vlaggendoek
-
karakteracteurs
-
wereldbol
-
misbaar
-
in de cel zetten
-
virtueel
-
simpele ziel
-
lichtboog
-
kier
-
kwakzalvers
-
bij bewustzijn blijven
-
stormachtig
-
benul
-
fruitoogst
-
losrukken
-
auteur
-
debutanten
-
nekken
-
konijn