1. Home
  2. Vertalen
  3. DE
  4. SE
  5. Knochen

Vertaling Knochen van Duits naar Zweeds

Wat is Knochen in het Zweeds?

Hieronder vind je de vertaling van Knochen van DE naar SE.

Knochen der ~ (Gebeine)
[zelfstandig naamwoord]
lem
ben
Knochen der ~
knoge
ledknota
Knochen der ~ (Gebeine)
[zelfstandig naamwoord]
ben
benknota
skelett
Knochen der ~ (Gebeine)
[zelfstandig naamwoord]
ben
Knochen der ~ (Verlängerung einer Ecke)
[zelfstandig naamwoord]
benlem
ben

Woorden die beginnen of eindigen met Knochen

Suppenknochen - Fußknochen - Fingerknochen - Markknochen - Knochenvorsatz - Knochenhecht - Schenkelknochen - knochenartig - Knochenbau - knochentrocken - nur noch Haut und Knochen - Schädelknochen - Knochenmark - Kieferknochen

Recente vertalingen van DE naar SE

Pfeffernuß - knabberen - Staatsangestellte - Regler - Vorfahren - Seestraße - Quetschen - zerpresbar - Oberster chef - Süßer Geschmack - mißgestaltet - vorbinden - ein Komplott schmieden - möglicherweise - dickhäutig - Geldspecie - Ungeschriebenes Gesetz - hypnotisch - Leertaste - Baumrinde - gechlord - ausgetreten - herunterschlucken - Kräuteressig - zusammenpressen
Reinier Korth - Freelance Web Developer