Vertaling liegen van Nederlands naar Engels

omheenvliegen - uiteenvliegen - aanvliegen - rondvliegen - doorvliegen - openvliegen - zweefvliegen - opwaarts vliegen - overvliegen - stuntvliegen - voorliegen - opvliegen - toevliegen - blind vliegen - vliegen - invliegen - kunstvliegen - meevliegen - iemand aanvliegen - afvliegen - uitvliegen - voorbijvliegen - binnenvliegen - uit elkaar vliegen - het vliegen

verdedigbaarheid - honingachtig - bederfelijk - potpourri - beestje - servicecentrum - U - mogelijkheid - avondedities - lintwever - ferm - patriottisch - opbrengst - verwardheid - van mening zijn - radius - moeheid - studentencorps - tarwepap - uitsluitend - bladwijzer - volledigheidshalve - zedenleer - volksvijand - kilheid